Die ene over werk

Na de derde keer haptonomie had ik het gevoel dat het goed was zo. Dat ik de lessen die zij me mag geven heb gekregen. Ik ging een vierde keer om dit uit te sluiten. Om de cirkel rond te maken koos ik op de terugweg de route door het bos. Het regent nog steeds sinds oktober dus het was weer survivallen. Mijn fiets vond het niet zo leuk. Ik verrassend genoeg wel. De combinatie van al dat groen, rust, beetje spanning, smalle bospaden, afvragend wat er om de bocht te zien zou zijn, nog meer regenplassen, paarden, koeien, salamander, weggelopen hond, maakte dat ik dit leuk vond. (Hond en baasje zijn herenigd). 

Moet ik naar (nog) een ander om mezelf te vinden?

– De familieopstelling komt nog – Ik heb het idee dat dit het is. In hoeverre je er ooit kunt zijn. En juist dit laatste vind ik een belangrijk inzicht. Wat als het bij mij hoort om geen uitgestippelde toekomst te hebben? Geen missie om perse dit of dat te worden. Van veel niet zeker en van veel ook weer wel. 

Ik wil het leven door me heen voelen stromen. Het leven leven. Bij voorkeur niet te serieus en met gevoel van vrijheid en avontuur.

Het leven is het leven. Het staat niet stil. Een uitdaging, een kink in de kabel, een les te leren. Maar is het niet zo dat je híerdoor jezelf eindeloos aan het creëren bent? En dat je dus altijd de meest recente versie van jezelf bent? Ik denk van wel. 

De zoektocht naar mezelf laat me inzien dat ik er al die tijd al was en tegelijkertijd nooit zal zijn. 

En nu?

Ik weet het niet. En soms vind ik hier iets van. Ik wil er niet iets van vinden. Niet alleen voor een ander, ook voor mezelf. Het normaal vinden om deze vraag te beantwoorden met: geen idee! 

Wat het ingewikkelder maakt is de tussenfase waarin ik me nu bevind. De fase tussen wel met werk bezig zijn maar niet genoeg hersteld om volledig mee te kunnen doen. 

Nou heb ik nooit echt geweten welk werk of beroep ik leuk vind, alleen vind ik hier pas de laatste jaren iets van. Vroeger deed dit me zeer weinig.

Vroeger

Ik ging als 16-jarige bij de Marine om 3 redenen. Omdat ik het huis uit wilde. Ik moest een vervolgopleiding kiezen en had geen idee welke. En ik wilde de wereld in. Op avontuur. Toen ik hardop zei dat ik naar de Marine wilde zei mijn mentor dat ik dát niet zou halen. De rebelse puber in mij wilde deze tuthola even laten zien dat ie fout zat. Het was een man maar die kunnen ook tuthola’s zijn. De Marine bleek een schot in de roos en heb daar, tot nu toe, het langst gewerkt. Diezelfde mentor heeft mij jarenlang trots als voorbeeld gebruikt. Dat dan wel. 

Daarna werd mijn loopbaan een ratjetoe. Deels door de economische crisis. Deels door mezelf. Er kwam altijd iets op mijn pad op zo’n moment dat ik zin had in iets anders. Er wordt in een huwelijk gesproken over de 7 year itch. Bij mij is dat in werk. En daar itcht het al na 2 jaar, soms eerder. Een hersenspinsel die denkt; oké, trucje geleerd kunstje gedaan en nu?! Het zou me meer rust geven als ik die hersenspinsel niet had. Misschien komt dat nog. Misschien niet. Mezelf kennende. 

Ratjetoe

Daar houdt de maatschappij niet zo van. Heb je alweer een andere baan, Tamara? Hoezo weet je nog steeds niet wat je wil worden, Tamara? Waar sta je over 5 jaar, Tamara? Kortsluiting krijg ik bij dit soort vragen. Neem een konijn en een paar koplampen en je hebt mij. Kei fijn als iemand dat beeld wel helder heeft maar dat ik dat niet heb betekent niet dat ik ambitieloos ben. Ik vraag jou toch ook niet verontwaardigd: Oh, hoezo heb jij een 5-jarenplan? Hoe doe je dat tijdens een wereldwijde virusverspreiding? Zit je dan met je 5-jarenplan in lockdown.

Als je van alles hebt vastgelegd voor jezelf en dat komt niet uit, dan kun je toch alleen maar teleurgesteld raken? Tenminste, zo voel ik me weleens. Soms. Niet iedere dag. Ook niet iedere week. Maar soms vind ik het toch zonde van alle kennis die ik de laatste jaren heb opgedaan, om daar niets meer mee te gaan doen. Ergens kan ik me niet voorstellen dat dit staat te gebeuren. (En ergens denk ik: fuck it)

Want ik had een plan

Ja, echt! Serieus plan ook. Serieus tijd, geld en energie in gestopt. Leefstijl-vitaliteitscoach bij Defensie. Ik deed de opleiding daar waar Defensie een samenwerkingsverband mee heeft. Ondertussen solliciteerde ik met regelmaat op die functie. Vergrootte m’n netwerk met de mensen die dat werk al deden, wie weet konden zij me helpen. Telkens werd ik afgewezen omdat de vacature alsnog intern werd ingevuld. Na een aantal jaar kwam er nog een reden bij. Omdat ik geen bachelor heb. Ik koos op mijn 16e om voor volk en vaderland en met gevaar voor eigen leven te strijden voor diezelfde werkgever maar terugkomen als coach… hoho. 

Ik snap dat, nu iedereen coach is, een werkgever het kaf van het koren moet scheiden. Maar kunnen alleen mensen met een bachelor goed coachen en verstand hebben van leefstijl- en vitaliteitthematiek? Terwijl het misschien de mensen zijn zonder bachelor die juist haarfijn kunnen aanvoelen/invoelen wat een ander nodig heeft. Die voelsprieten zijn extra ontwikkeld ter compensatie van het niet hebben van een bachelor. Geen idee hè, ik heb geen bachelor *

Ik werkte in loondienst als re-integratiebegeleider – wat voor frustratie zorgde omdat dit beroep mij eigenlijk niet past – Tegelijkertijd probeerde ik als zelfstandige succesvol coach te zijn. Ik zal eerlijk zeggen dat dit niet makkelijk is. Voeten tussen deuren krijgen. Leuren met jezelf. Ik had daar niet zoveel zin in.

Daarna merkte ik, zeg maar weer die itch, dat coachen een automatisch riedeltje werd. Ik zat al bij de kern van het probleem terwijl mijn kandidaat de stappen er naartoe nog niet had genomen. Kun je denken: handig, ben je bij jou in 1 of 2 sessies klaar. Maar als iemand komt voor probleem X en ik weet (hoor/zie/voel) dat het Y is, dan kun je niet gelijk bij kern Y zitten. Dit was mijn laatste traject. Ook om andere redenen: ik heb zin in lichtheid. Vrolijkheid. Een metaforische spotlight. Ik wil wel naar iemand luisteren maar een heel uur vind ik te lang. Ik klets namelijk liever dan dat ik luister. Professioneel kletskous zou een fantastisch beroep zijn. 

Conclusie

Toen ik onbewust ging luisteren naar de maatschappij, naar wat hoort, in m’n hoofd ging zitten, ging het mis. Nadeel hiervan is dat als je iets lang genoeg doet je vanzelf gaat geloven dat het je past.

Toen werd ik ziek.

Wat iedere zorgverlener (huisarts, therapeut, coach, psycholoog, geef het een naam) zou moeten doen is een huiswerkopdracht meegeven. Deze luidt: Hoe verging het jou voordat je ziek werd/klachten kreeg? En laat iemand daar ’s even kritisch en goed mee zitten. 

Terug naar nu

Een vriendin vertelde over haar werk en bij mij begon het te kriebelen. Voor het eerst sinds ik ziek werd kwam een hersenspinsel: ik wil ook weer iets over werk kunnen vertellen. Meedoen aan de maatschappij. Gek eigenlijk want nog niet zo heel lang geleden schreef ik dat je mij, voor nu, moet zien als die meid die jaloersmakend vroeg met pensioen ging. Is, voor nu, alweer verleden tijd? Ik denk het. 

Met enkel het richtingsgevoel naar vrijheid en avontuur ligt mijn weg open – naar Italië, hoop ik – Probeer ik te herleren hoe dingen vanzelf op m’n pad komen. Want zo hoort ’t. Bij mij, tenminste. 

Weet jij nog hoe ’t bij jou hoort te gaan?


Houdoe hè!

* Volledig bewust van het feit dat als ik die Bachelor had gehaald er allang deuren waren geopend die nu gesloten blijven, zegt iets in mij ook: ga er lekker op zitten, op die bachelor.