Een ode aan Harrie – mijn grote liefde

Godver, waarom heb ik uitgerekend net weer leren voelen?

Het doet zo’n pijn.

De pijn zit ‘m in wakker zijn. In de leegte in m’n lijf, een holle romp. De leegte in huis, die hij vulde. De leegte in de voorraadkast, waar zijn spullen lagen. De leegte op de vloer, waar zijn voor dit huis te grote mand lag. De leegte in de hoek, waar zijn bakken stonden. De leegte op de bank, waar je automatisch een hand op hem legde. De leegte in de dagplanning, alles draaide om zijn uitlaten. De leegte in m’n hart, die hij gaat vullen met liefdevolle herinneringen.

Het zijn maar 8 jaar aan herinneringen maar als ik hieraan terugdenk ben ik blij hoeveel we er hebben gemaakt.

Harrie

Harrie had veel namen. Gekregen van iedereen die hem kende.

Knappe Harrie. Lieve Harrie. Harige Harrie. Kwijlende Harrie. Eigenwijze Harrie. Lompe Harrie. Knuffelbeer. Grote vriendelijke reus. Grote goedzak. Koning sta in de weg. Koning kwijl. Koning takken verzamelen. Vriendje. Mijn grote liefde.

Eigenlijk was Harrie niet de hond die we in eerste instantie in gedachte hadden. Na 2 grote honden, waarvan 1 nog leefde, zou er uit praktisch oogpunt een kleine hond komen. Een Frans bulldogje, ofzo. Terwijl ik die eigenlijk niet zo leuk vind. Toen dacht ik aan een jongen die jaren geleden in de straat van m’n beste vriendin woonde. Hij had een machtig mooie hond. Groot. Zwart. Uitstraling. Een cane corso.

En zoals ieder huwelijk betaamt: happy wife happy life.

Dus kwam er een nóg grotere hond dan die we hadden

We vonden een goede en liefdevolle fokker. Na veel contact en weken later was het zover. Harrie werd geboren. Op de eerste foto die we kregen lagen allemaal glanzend zwarte dropjes met één in het midden die zijn tong gekruld uitstak. Zoonlief zei direct: die wil ik! Groep 8 zat ie toen. Nu is ie 20. We gingen een aantal keer op kraamvisite. Harrie koos voor zoonlief. Pas later wisten we dat hij die hond op de foto was. En Harrie heeft nog vaak zijn tong gekruld uitgestoken. 

Via de fokker leerde we meer mensen kennen met een cane corso. Allemaal zeiden ze dat hun honden de bank hadden ingenomen, waarop wij zeiden: gaat bij ons niet gebeuren, geen één hond ligt bij ons op de bank. Tot ik Harrie een keer kwijt was. Als pup had ie zich slapend in een hoek van de bank gekruld, opgelucht toen ik ‘m vond, vertederd door deze aanblik. De bank was voor hem. Maar hoe ging ik dit verkopen aan manlief?

De puppycursus deed Harrie om mij te plezieren. Hij vond het leuk de standaard honden commando’s te leren en luisterde goed, maar was geen circusartiest. Dus over obstakels lopen weigerde hij resoluut. Gelukkig had ook de trainer een zwak voor hem. 

Toen Harrie jong was wisten we al dat hij onze laatste hond zou zijn

Vanwege de vrijheid die je inlevert maar voornamelijk omdat Harrie écht de allerliefste, allerleukste, allerbeste en meest speciale hond is. Geen enkele hond kan aan hem tippen.

Harrie ging mee op vakanties. Weekendjes weg. Naar de zee. De bossen. De heiden. Harrie was er vaak bij. Gepropt in een Volkswagen Up. Voor hem kochten we een grotere auto.

Harrie was een allemansvriend. Kinderen in de wijk waren dol op hem! Rende naar ‘m toe om te aaien. Vond ie niet erg. Harrie hield van aandacht.

Harrie dacht dat ie een klein schoothondje was. Ik heb hem weleens voor de spiegel gezet om te laten zien hoe groot hij was. Niet dat dit hielp. Wel hield hij tijdens het spelen rekening met andere honden. Toch hadden kleine honden het vaak gemunt op Harrie. Stoer op afstand blaffend en hun baasjes die dit grappig vonden. Ook al had Harrie geleerd hierboven te staan, wij vonden dit helemaal niet grappig.

Harrie was een Italiaanse macho man. Heeft heel veel complimenten ontvangen. Had dit ook door want bij ieder compliment ging ie grootser lopen. Als ik toch een euro zou krijgen voor iedere keer dat iemand zei: oh, wat een mooie hond!

Lucky Luke had zijn schaduw

Ik had Harrie. Waar ik was, was hij. Waar ik heen ging, ging hij. Van klussen in de tuin tot plassen op de wc, Harrie was erbij. Hoe vaak ik me heb omgedraaid en tegen hem ben opgelopen. En bijna 70 kilo op 4 poten geeft niet mee, dus het waren altijd mijn knieschijven die een richting opschoten die eigenlijk niet kan.

Als honden ruzie hadden, kwam Harrie ertussen, kalm en met overwicht maakte hij duidelijk dat ruzie niet nodig was. Hij nam het ook altijd op voor de hond die onrecht werd aangedaan. Als een hond onredelijk deed, dan had die hond pech. Of nou ja, ik. Want ik moest die 70 kilo in bedwang houden. Dat is een keer niet gelukt. Toen ie me voor de gek hield omdat ie ging liggen en ik zijn riem niet goed vast had. 

Ook als Harrie losliep en een onredelijke hond zag, of een kat, kon ik roepen wat ik wilde maar dan was mijn schaduw ver te zoeken. Er kwam een hoop herrie uit Harrie maar schade heeft hij een ander nooit aangebracht. Misschien omdat ie wist dat als hij een beetje zijn best zou doen, de ander het niet zou navertellen en daar was hij een te grote goedzak voor.

Harrie hield van water maar niet van zwemmen. Hij moest met zijn poten de grond kunnen raken. Dronk dan nog net niet het kanaal of de sloot leeg, maar oh wee als er een kruimel in zijn drinkbak zat, dan moest ie nieuw water.

Harrie vond het niet zo leuk om alleen te zijn. Ook al heeft deze medaille 2 kanten, de mooie kant ervan is dat ik de laatste 2 jaar thuis ben. En de 3 jaar daarvoor voornamelijk thuis werkte.

Harrie was dol op sneeuw. Ook het enige moment om hem duidelijk zichtbaar op foto’s te krijgen. Een zwarte hond fotograferen is lastig.

Gelukkig was er vorige week sneeuw!

Harrie vond het leuk om op zijn achterpoten te staan en zijn voorpoten op je schouders te leggen zodat ie op ooghoogte met je kon knuffelen. Dat er vorige week een dierenarts dacht dat ie artrose had mag wat mij betreft terug de schoolbanken in. Nee, da’s niet aardig. Ik snap ook wel dat het lastig vaststellen is wat er aan de hand is bij een hond die niet laat blijken dat er echt iets aan de hand is.

Stronteigenwijs was Harrie ook. Als hij naar links wilde en jij naar rechts dan ging hij zitten en bleef zitten totdat ie z’n zin had. En wat maakt het eigenlijk ook uit welke kant de wandeling opgaat? Het is zijn tijd buiten. Zijn ronde.

Als mens moest je niet op skeelers rijden, een rugzak omhebben of een hoodie aan. Dan was je in zijn ogen een terrorist. Mannelijke hardlopers konden ook maar beter uit de buurt blijven. Eigenlijk moest je ook niet aanbellen of langs het raam lopen. Je moest ook vooral niet denken dat je bij zijn vrouwtje in de buurt kon komen. Zelfs al ben je met haar getrouwd.

Harrie was gevoelig. Voelde alles aan. Als ik huilde en al bij de eerste kleine, onderdrukte snik kwam ie naar me toe, legde een poot op me, likte m’n tranen weg en duwde vervolgens zijn lijf tegen me aan.

Harrie kon er niet tegen als we onze stem verheften. Hem kon je niet op z’n donder geven. 

Tegen Harrie kon je geen nee zeggen. Harrie was een schooier omdat we hem alles gaven. Als ie iets kleiner was geweest had ie een stoel en een bord aan tafel gehad. Omdat ie zo groot was legde ie z’n kop op tafel tijdens het eten. Zat ie er toch bij.

Beter verwend dan verwaarloosd

is geheel op Harrie van toepassing. En dat gun ik iedere hond. Ieder huisdier.

Oh, zijn kwijl. Het kon tot op het plafond schieten. Er was waterige kwijl maar ook van die glibberige, slijmerige kwijl waarover je uitgleed en nog net niet je lies of hamstring scheurde. Iedere dag kon je met een doekje langs, tja, langs wat niet. 

Ik weet ook niet wie ik nu de schuld kan geven als het stinkt naar scheet.

Veel mensen dachten dat Harrie een grote stoere vent was maar hij kon een piepend zachtgekookt eitje zijn. Veel mensen dachten ook dat ie hard “geklopt” moest worden, want een grote hond, terwijl ie liever zacht geaaid en gemasseerd werd.

Harrie was een reden dat ik coach opleidingen deed. Zoveel mensen die ons tijdens wandeling aanspraken, hun issues met ons deelden. Waarop ik dacht dat ik deze mensen beter moest kunnen helpen. En mezelf ook. Want die mensen liepen lichter verder en ik zat dan met hun rugzak. Harrie heeft zelfs meegewerkt met wandelcoaching. Even. Ik wilde hem niet meer belasten met de shit van anderen. Niet wetende dat mijn shit eraan zat te komen. De andere kant van die medaille. 

Onlangs was er een vrouw die me aansprak op knappe grote Harrie. Een aantal weken daarvoor was haar hond overleden en overmand door verdriet verontschuldigde zij zich hiervoor. Waarop ik zei: geeft niet, dat doen mensen vaker bij mij. Waarop ze in de lach schoot omdat ze het sneu vond voor mij en ik zei: en dit doen mensen ook vaak bij mij, lachen. Ook hierin niet wetende dat een paar weken later ik die vrouw zou zijn.

Weet je wat nou leuk is?

Toen gister de bel ging was het Loulou, onze poes, die grommend naar het raam liep om te kijken wie de fuck het lef had aan te bellen. Geleerd van Harrie. 

Harrie hield van kerst. Mijn neefje is door mijn vader wijsgemaakt dat Harrie zijn naam kan lezen want ieder jaar weer wist Harrie zijn pakketje ertussenuit te vissen en open te maken. De kerstboom hebben we dit jaar eerder opgetuigd, kerst op 22 november gevierd en Harrie zijn laatste cadeau opengemaakt.

Harrie hield van voetballen. Dus de kinderen die ballen per ongeluk over het hek van het voetbalveld schoten hadden pech. Nadat wij ermee gevoetbald hadden nam Harrie die mee naar huis. Verbazingwekkend hoe zo’n grote bal in zijn bek paste. Zal ook wel wat eigenwijsheid aan te pas zijn gekomen.

Harrie hield van wandelen met grote, dikke takken in zijn bek, palen, tot aan boomstammen toe. Ik heb het over serieus zwaar geschut. Dat als ie er één liet vallen en ik wilde oppakken, het me niet lukte. En altijd moest ie dan vlak achter me lopen, al links- en rechts kijkend. M’n benen zijn er niet mooier op geworden. Heb ook wat af gevloekt als ie zo’n zwaar ding op m’n hak liet vallen. Maar de mensen vonden het allemaal prachtig. Alles moest mee naar huis waar ie trots was op zijn verzameling. 

Harrie hield van tennisballen. Daar had ie een bijzonder goede neus voor. Hij vond ze altijd. Moest er daarna mee naar de speeltuin om daar in de zandbak te begraven en net te doen alsof ie ‘m kwijt was, uitgraven en vervolgens het riedeltje opnieuw. Telkens weer. Toen we verhuisden naast een tennisbaan kon ie helemaal z’n lol op. Niet iedereen is een Nadal of een Krajicek dus honderden ballen vliegen de wijk in. Die liggen nu dus in onze tuin.

Tijdens zijn laatste wandeling

vond Harrie een tennisbal die hij niet in z’n mond nam. Ik dacht omdat ie er de energie niet meer voor had dus ik pakte die bal op en voordat ik ‘m in m’n zak stopte zag ik dat het vol met spijkers was geslagen. Voor die persoon is een plek in de hel gereserveerd.

Tijdens diezelfde wandeling ging Harrie zitten. Piepend en snuffend met z’n neus in de lucht, een richting waarin ik zijn neus volgde en een dode duif zag liggen. Ik weet niet wat de betekenis hiervan is. Het is niet dat ie dat vaker deed. Misschien dat ie me wilde zeggen dat het ook zijn tijd was. Even later ging Harrie weer zitten en ik wist even niet of ie nog verder kon. Sterk als ie was, liep ie toch naar huis.

Thuis pakte ik m’n laptop. Schrijven is therapie en ik zat vol emoties die alle kanten opvlogen. Al zoveel dagen. Er kwam niets op papier. En Harrie keek me aan met een blik die hij me nooit eerder gaf: vrouwtje, wat denk je te gaan doen? Zie je dan niet dat het tijd is? Ik heb pijn. Ik ben moe. Ik ben op.

Enerzijds let je op alles, anderzijds wil je niets zien

Harrie had me 2 jaar geleden duidelijk gemaakt dat ie aan zijn lijf geen polonaise wilde door vlak voor een operatie zelf voor dierenarts te spelen. De dierenarts was onder de indruk van Harrie’s kunde en de polonaise was niet nodig.

Ik heb hem toen beloofd, geen narcose, geen poespas, geen polonaise aan jouw lijf.

We hebben altijd gezegd dat Harrie geen pijn mag hebben. Daarvoor houden we teveel van hem. En voor alles wat ie ons heeft gegeven, en hoe niet te beschrijven veel pijn deze belofte doet, is dit het minste wat we voor hem terug konden doen.

Waar ik 4 weken geleden aan Harrie rook dat hij ziek was, terwijl ie nog geen zichtbare symptomen had, kwam een aantal dagen later tot uiting. Er was een korte opleving totdat ie ineens niet meer kon opstaan. Met hulp, zijn harde wil en eigenwijsheid stond ie toch op en 2 dagen later was het tijd om hem te laten gaan.

Eigenlijk heb ik hem juist nu het hardst nodig. Om me te troosten. Tranen weg te likken. Zijn poot op mij. Zijn lijf tegen me aan. Me vertelt dat het goedkomt.

Ik wil zo graag z’n hoofd nog ’s vasthouden. Die grote zachte oren aaien. Zijn grote lijf omhelzen.

Ik zal heus wel weer lachen en plezier hebben maar ik weet al jaren dat ik niet over zijn dood zal komen. Ik zal ermee leren leven. Ik weet alleen nog niet hoe.

Bedankt voor alles dekt de lading bij lange na niet. Deze 2363 woorden ook niet.

Lieve lieve lieve Harrie, vriendje, mijn grote liefde, ik mis je zo