Die ene waarin ik hulp vraag
Nee zeggen tegen die baan werd de eerste stap van mijn 5-jarenplan. Ik vroeg om een extra gesprek zodat ik kon voelen wat ik moest doen. Wat ik voelde was niet fijn, werd zelfs een beetje misselijk. Oké, leuk dat voelen in je lijf. Maar ik had van tevoren bedacht dat deze organisatie geweldig zou zijn dus wil ik graag leuke dingen voelen. Dus ga ik toch ja zeggen. Of niet? Ik heb eindelijk weer leren voelen. Als ik dit negeer ben ik ontrouw aan mezelf. Misschien kan ik een volgende keer niet meer voelen want doe er toch niets mee dus ook niet nodig.
En toen?
Ik heb gedacht aan vrijwilligerswerk. Om de hoek zit een dierenasiel. Ben er niet binnen geweest. Iets verder zit een verzorgingstehuis. Zelfde verhaal. Ik denk dat ik me er niet toe zet omdat dit mij niet past. Onlangs herinnerde iemand mij eraan dat er een hele culturele sector te ontdekken valt en ik dacht aan het Van Abbe museum, ook dichtbij. Terwijl ik daar leuke functies tref bedenk ik me dat met vrijwilligerswerk de hypotheek niet wordt betaalt. Stom detail.
Ik stop energie in nieuwe hobby’s, meer aandacht aan vriendinnen en heb zelfs nieuwe sporten ontdekt. Allemaal kei leuk. Ik haal hier voldoening uit. Even. Niet structureel. En hoewel ik werk niet belangrijk wil vinden – zou er ook maar één blog over schrijven en dit is de derde – denk ik toch dat ik die voldoening haal uit werk. Leuk werk dan hè.
Dus wat ben ik gaan doen?
Solliciteren – Mijn coach leest mijn blogs weleens dus nu mag zij haar ogen dichtdoen – Ik ben gaan initiëren. Ik mag zo’n beetje alles doen, behalve dat. Dus ik vroeg m’n coach hoe in hemelsnaam iets bij mij voorbij gaat komen als ik al 2 jaar thuis zit, niet mee te doen aan de maatschappij? Het is niet dat die leuke werkgever aanbelt met de vraag of ik alsjeblieft uit mijn vroegpensioen wil komen om kei leuk werk voor hem te doen. Mocht die leuke werkgever dit toevallig lezen; koffie staat klaar.
Ze heeft me uitgelegd hoe dit wél werkt voor mij. Ben soms nog een beetje eigenwijs. Ik ben de meest recente versie van mezelf, niet de beste versie.
Dus komt er een vacature voorbij die ik niet perse opzoek, waar wel een alert voor uitstaat en daar reageer ik op. Ik wil graag op gesprek en voelen of het bij me past. Maar goed, moet je wel worden uitgenodigd. Dat gebeurt niet. Nu denk ik nog dat het universum helpt. Deuren blijven gesloten met een goede reden: niet mijn deuren om te openen.
En stop met initiëren
Toch zat ik vorige week huilend nogal melodramatisch te verkondigen dat ik een saai leven heb. Dit bedoel ik niet zo. Zo voelt het soms wel. Een spreekwoordelijk podium is wat ik nodig heb. Applaus. En dat applaus mag groter zijn dan een “wat fijn dat het huis is gepoetst”.
Ik vind deze we-zijn-er-bijna-fase soms lastig. De behoefte aan rust is er maar de roep om reuring wordt luider. Hoe luider deze wordt hoe meer mijn ongeduld om de hoek kijkt. En dat botst weleens met wat ik recent heb geleerd; geduld hebben.
Er was een bedrijf die niet direct afwijzend reageerde
Met de vraag wat ik dan leuk vind om te doen. Jezus, heeft iemand een idee hoe groot deze vraag is? Weet ik veel. Kan goed benoemen wat ik niet leuk vind maar wat wel is lastig. Voordat ik ziek werd kon ik dit zo voor je oplepelen. Nu snap ik dat dit de verkeerde lepel was.
Als kind doe je zonder denken. Daarom wordt in loopbaancoaching weleens gerefereerd aan kindtijd. Dus ik dook erin met mijn moeder. Nieuwsgierig naar wat zij vroeger dacht dat ik later zou worden. Werd een kort gesprek want ze wist dit niet. Wel van haar andere kinderen maar ik was toch een raadsel.
Ik dacht hierover na op de bruiloft van mijn broertje
Wat een raar moment, Tamaar. Nee hoor. Die gedachten kwamen op na mijn speech. Eens had ik gezegd dat, als grote zus zijnde, het mijn taak is om te speechen op zijn bruiloft. Dus dat deed ik. Podium. Applaus. Op de foto die van dat moment is gemaakt zie ik iets wat ik graag vaker wil zien. Mezelf in m’n element. Ik zie het niet alleen, ik heb het gevoeld. Als iets goed voelt voelt dat zo lekker. Dat hoor je dus te voelen als het klopt wat je doet. In een baan of in wat dan ook.
Ik stond vroeger al graag op een podium. Won met carnaval prijzen omdat ik het mooiste pekske aan had. Die mijn moeder notabene zelf maakte. Bij de schoolmusical was geen rol voor mij weggelegd dus bedacht ik er wel één. Was iemand in de familie jarig dan kwam ik optreden. Madonna was mijn heldin. Ook hiervoor maakte mijn moeder een tenuetje. Dus dat zij nooit heeft geweten wat mij past… ik weet niet. Misschien wilde ze het liever niet weten? Zij is niet het type dat trots zegt: Mijn dochter is kooidanseres in een discotheek in Duitsland.
In mijn hoofd zit een idee
Een podcast. Toch komt het niet van de grond. Ik heb dit idee met een aantal mensen gedeeld. Niet teveel want stel je voor dat iemand ermee vandoor gaat. Deze mensen vragen weleens hoe het ervoor staat.
Ik word blijkbaar liever afgewezen op een vacature dan dat ik iets nieuws probeer. De beren op de weg zijn met velen. Terwijl je voor een podcast weinig nodig hebt. Apparatuur, beetje lef en nul fucks.
Het wordt nog mooier
Ik sprak iemand die een radioprogramma heeft. Geen idee hoe en waarom, we waren nog geen 2 minuten in gesprek of ik pitchte m’n idee. Hij enthousiast en bood me gratis zijn apparatuur te leen, iedere week, zijn tijd in advies, de kneepjes van het vak leren, muziekjingle, editen, nou ja eigenlijk alles. Ik bedoel, je hebt presenteerblaadjes en je hebt presenteerblaadjes.
En nog lukt het me niet mezelf te motiveren hierin vandaag of morgen een stap te zetten. En die beren zitten me ook in de weg: Maar het is helemaal in Geertruidenberg, met OV is dat 2 uur enkele reis… wat een gedoe. De ander: Hoe ga je hiervan de hypotheek betalen? En weer een andere: Alsof mensen gaan luisteren naar wat jij te vertellen hebt?!
Waar zijn mijn nul fucks?
Ondertussen wacht nog steeds iemand op antwoord met wat ik leuk vind
Het is niet dat ik niks leuk vind. Er is veel leuk. Ik heb er alleen nog geen functie bij bedacht. Als professioneel kletskous een beroep zou zijn deed ik dat. Maar ik kan ook goed luisteren. Tussen de regels door lezen. Ik weet vaak wat iemand nodig heeft voordat ie dat zelf weet. Ik regel het. Vind spelen leuk. Geef positieve duwtjes in de rug zodat iemand kan shinen. Ben een verbinder. Graag vrij in beweging. En vind collega’s leuk die serieus werken maar het leven niet al te serieus nemen.
Er zijn beroepen waarvan ik het bestaan niet weet, niet aan denk en niet alleen m’n motivatie is stuk, ook m’n inspiratie.
Daarom heb ik jouw hulp nodig
Hulp in de vorm van mij attenderen op functies, beroepen, organisaties, branches, werk, etc. Neem podium en applaus niet te letterlijk. Als voorbeeld neem ik de werkomgeving bij een oud werkgever. Daar had ik een werkplek op de brug, al kletsend met andere schepen, met het mooiste uitzicht en het gevoel van vrijheid.
Die brug was mijn podium.
Dat zoek ik.
Help je mij hierbij?
Houdoe hè!